Vroeger als kind bedacht je spelletjes waar je helemaal in op kon gaan. Voor jou was er geen verschil tussen realiteit en creativiteit. Het was één. Je praatte met je knuffels, poppen of auto’s, en niemand die tegen je zei “Wat doe jij nou? Praat je tegen je speelgoed?” Nee, als je jong bent kan dat allemaal. Tot er ergens een grens bedacht is dat je die wereld los moet laten en eens volwassener moet worden. Waarom eigenlijk? Goed, leuk om in een andere blog eens over te kletsen, maar daar gaat mijn verhaal niet over. Ik deed vroeger zeker ook het bovenstaande, ik creëerde een hele wereld die lévensecht voor me was. Maar wat ik ook deed herken je misschien ook wel.
Ik had een spelletje op straat dat ik sneller voorbij de lantaarn moest zijn dan de fietser of auto. (En het liefst niet de lijntjes tussen de tegels aanraken met je voeten haha). De lantaarn kon ook een boom zijn of een huis. Dat maakte eigenlijk niet uit. Ik moest sneller bij een bepaald punt zijn dan de ander. Euforisch voelde ik me als dat lukte en een mislukking wanneer dat niet het geval was. Grappig als je daar nu over na denkt, want de ander wist helemaal niet waar hij ineens in betrokken was en deed gewoon zijn ding. Ik verloor van niemand behalve van mezelf. Er was niemand die naast me stond om me een staande ovatie te geven als ik sneller was dan de ander. En toch deed ik het jaren. Dit bleef voor mij niet bij dit spelletje.
Vroeger wilde ik altíjd de snelste zijn. Het “geluk” betrof dan ook dat ik snel in de dingen was. Schoolwerk leren, leren zwemmen, leren fietsen, leren lopen. Dat werd veel benoemd en creëerde bij mij (onbewust) de overtuiging ‘als ik snel ben word ik gezien!’ Alles moest er voor wijken zodat ik de snelste kon zijn. Ik raffelde er toetsen voor af zodat ik als eerste klaar kon zijn. Ik heb daardoor vaak zat dingen niet goed ingevuld omdat ik te snel las en woorden als NIET over het hoofd zag. Dat was dan jammer. Ik was in ieder geval als eerste klaar. GIVE THIS GIRL A MEDAL. Maar die kreeg ik niet. Deze overtuiging sijpelde door in mijn leven. Ik creëerde altijd een tegenstander die van niets wist, als ik maar sneller dan hem/haar kon zijn. Ha, ik won. Of ik verloor. Wat een kut dag. Toen ik 18 was ging ik bij de McDonald’s werken. Daar was ik met deze leefwijze helemaal op mijn plek. Alles ging daar (naast kwaliteitseisen) absoluut om snelheid. Nou dat was uiteraard fantastisch. Ik had allemaal looproutes en pak-methodes bedacht zodat ik de snelste kon zijn. En zonder overdrijven, ik was er ook echt een kei in! Na 3 maanden daar werken werd ik gevraagd crewtrainer te worden, daar was ik ook al snel in 😉 De mensen die ik opleidde moeten het zwaar gehad hebben, ik verwachtte dat ze de snelheid van mij te pakken kregen. (Bij deze; het spijt me als ik je streng behandeld heb). Dat lukte vaak niet. Ik had routes, zag dingen die zij niet zagen en toentertijd begreep ik niet dat ze dat niet hadden. Het management organiseerde wel eens een competitie tijdens de rush (drukste uren).
De kassa met de snelste SERVE tijd of de meeste omzet kon een burger winnen. Of een ijsje. Je kan je voorstellen hoe ik me een uur lang uit de naad werkte om maar te winnen. Dan ging het niet eens om het winnen van die burger of het ijsje, het ging om het idee dat ik de snelste of de beste was. Ook zonder die competitie voerde ik die strijd. Je kon overal precies zien wie wat deed qua tijden, dus ik kon zelf ook wedstrijdjes houden. In stilte. Alles was een (wed)strijd. Ik moest in alles de snelste en de beste zijn. Nu ik al een paar jaar mijn hele leven bewust aan het bestuderen ben en naar mijn overtuigingen kijk, merk ik dat ik dit langzaam los kan laten. Snel zijn zit zo diep in mijn systeem, dat ik mezelf tig malen per dag terug “moet” fluiten. Waar ik toen helemaal niet bij stil stond is hoe ik mezelf lichamelijk compleet vastzette om die snelheid te kunnen realiseren. Mijn ademhaling zat hoog en mijn buik werd letterlijk vastgezet. Ik zuig dan mijn buik in (eerste en tweede chakra) tot aan mijn maag. Ik schakel hiermee mijn voelen uit. Logisch, want als je gaat voelen bij deze overtuiging zal je merken dat sommige dingen helemaal niet meer gaan. Als ik dat gebied vrijheid had gegeven, had ik al veel eerder kunnen voelen dat ik mezelf lichamelijk aan het uit putten was. Die buik vast zetten is zo’n automatisme dat ik het heel vaak per dag doe. Tijdens afwassen, badkamer schoonmaken, was ophangen, koken, bij het tandenpoetsen. Nu ik zoveel meer in verbinding sta met mijn hart, krijg ik nu een seintje. Ze geeft me een hartklopping (waar ik eerst heel lang heel angstig van werd) en ik dan zie Hey, ik mag weer ontspannen. Ik mag voelen. Ik mag doorademen. Ik wieg dan mijn heupen, haal mijn snelheid uit de beweging en kom weer in het moment. Slow living is echt een opgave voor me. Elke dag opnieuw moet ik hier heel bewust mee bezig gaan. Linkerbaan gassss, levert me niets op. Er is helaas nog steeds niemand die een staande ovatie geeft als ik de afwas SNEL heb gedaan. Er wordt nog steeds niet geklapt als ik binnen een bepaalde tijd het huis heb gestofzuigd. ;-) Het enige wat het me brengt, en ik al meerdere malen heb ervaren, dat ik afsteven op een burn-out. Ik heb besloten te leren van mijn verkeerde keuzes. Snel en gehaast leven is voor mij geen optie. Maar nog steeds heb ik de neiging te werk te gaan alsof ik iets te bewijzen heb, terwijl dat niet het geval is. Als ik nou weinig tijd heb is het fijn als er vaart achter zit. Maar ik heb genoeg tijd. Precies wat ik wilde manifesteren. Meer tijd voor het leven, meer tijd voor mezelf. Nog gooi ik er de rapvaart in. Ik kan steeds vaker lachen om deze rol. "Zo wijfie en nu? Ben je snel klaar met de afwas, wat heb je daar mee bereikt? Door wie wil je worden gezien?" Door mezelf. Als ik weer even op het oude spoor wandel (correctie; REN) en de winnaarsmentaliteit weer achter het stuur zit, kijk ik haar aan. Moe, uitgeblust en kapot. Maar ik glimlach. Hey, zit je weer achter het stuur? Ik stap uit, ga op de bank zitten en adem mezelf de ontspanning in. Ik zie je lieve Danielle, ik zie je. Het is okay. Je mag rustiger aan doen. Je hebt niets te bewijzen. Jezelf meer ADEMRUIMTE geven, dat is letterlijk en figuurlijk wat de meesten mogen doen.
Inhale and exhale. And exhale even longer. Take care, with love,
Daniëlle.
Ow snotjandorie.... dit is eng herkenbaar! Altijd het gevoel gehad mezelf voorbij te rennen. Sneller dan het licht. In mijn hoofd althans. Hoofd en daarbuiten liepen zelden synchroon. Op school merkte de "buitenwereld" dit het meest in bijvoorbeeld hardop lezen. Mijn mond sprak het tweede woord van de zin uit, maar mijn ogen en hoofd waren al aan het einde van de zin. Ik sprak (en nog steeds regelmatig) alsof ik de trein moest halen.
De zin die mij het meeste raakte in je blog?
"Door wie wil je gezien worden?" Phoe.....
Prachtige blog Danielle, ik kijk alweer uit naar de volgende. :-)